Snel navigeren naar:
Meer willen weten?
Mocht u meer willen weten over het schutterswezen of over onze Koninklijke schutterij, neem dan gerust contact met ons op.
Misschien wilt u eens nader kennismaken met onze schutterij of eens komen ervaren hoe het schieten met de zware buks op de “bölkes” in de praktijk aanvoelt, ook dan kunt u contact opnemen met ons secretariaat, telefoon 06-51338927 0f e-mail secretaris@schutterijvoerendaal.nl. U bent van harte welkom!
Compilatievideo historie Kon. Schutterij St. Sebastianus
St. Sebastianus, een Koninklijke schutterij
Uitgebreide informatie over het verleden en vooral veel historische foto’s van de Kon. Schutterij St. Sebastianus zijn te vinden in het gedenkboek dat is uitgegeven ter gelegenheid van het 450 jarig bestaansfeest, dat groots gevierd werd in 1994. Wij zullen hier volstaan met het in het kort vermelden van een aantal hoogtepunten uit het roemrijke verleden.
Eén van de hoogtepunten is ontegenzeggelijk het verwerven van het predicaat “koninklijk” in 1952. Voerendaal was de eerste schutterij, die deze eer ten deel viel. Het predicaat, dat in 1807 werd geïntroduceerd door de eerste koning van Nederland, Lodewijk Napoleon en is daarmee de oudste koninklijke onderscheiding. Om in aanmerking te komen voor het predicaat koninklijk moet de organisatie voldoen aan o.m. de volgende voorwaarden:
- Een zeer belangrijke plaats innemen in het vakgebied
- Van landelijke betekenis zijn
- Tenminste 100 jaar bestaan
Om het predicaat te behouden moet de vereniging zich verbinden aan de “Bepalingen betreffende het predicaat Koninklijk”. Daarnaast verplicht de vereniging zich tot het zorgvuldig bewaren van de bij de verlening uitgereikte documenten zoals het afschrift van de koninklijke beschikking, de oorkonde en een exemplaar van deze bepalingen. In de regel onderscheidt de koning niet meer dan één “organisatie per branche”. Naast St. Sebastianus Voerendaal mogen slechts twee andere schutterijen en één schuttersgilde zich koninklijk noemen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat iedereen, die betrokken is bij St. Sebastianus Voerendaal erg trots is zich officieel koninklijk te mogen noemen.
Wat ongetwijfeld mee gespeeld heeft bij het verkrijgen van het predicaat “Koninklijk” is de indrukwekkende wijze waarop de Voerendaalse schutters in 1948 acte de préséance hadden gegeven bij gelegenheid van het 50-jarig jubileum van de toenmalige koningin Wilhelmina en bij de inhuldiging van koningin Juliana. Ook daarna werd St. Sebastianus nog meerdere keren uitgenodigd om bij officiële gelegenheden waarbij ook het koninklijke huis betrokken was, aanwezig te zijn. Onder andere was dit op 2 februari 2002 bij het huwelijk van de huidige koning Willem Alexander met koningin Maxima.
Een andere gelegenheid waarbij onze schutterij aanwezig mocht zijn is het staatsbezoek van President Gül van Turkije in 2012. In vol ornaat mochten wij de erehaag vormen voor Koningin Beatrix en haar Turkse gast bij het Gouvernement in Maastricht. Een afvaardiging bestaande uit koningspaar, vaandeldrager en commandant was in 2013 opnieuw present bij het Gouvernement, ditmaal om een erehaag te vormen voor Koning Willem-Alexander en koningin Maxima, die na hun huwelijk een kennismakingstoer maakten door heel Nederland. Tenslotte blijkt de speciale band, die de schutterij heeft met het koninklijk huis uit de lange traditie om op koningsdag, ’s morgens vroeg al musicerend een rondgang door het dorp te maken om zo de koningsdag in te luiden.

Schutterslokaal “De Lindeboum”
Zowel het OLS van 1979 als dat van 1995 waren niet alleen organisatorisch en als fantastisch kijkspel een groot succes, ook in financieel opzicht waren beide evenementen zeer geslaagd. Nadat de stuurgroep, die het OLS van 1979 organiseerde, het batig saldo naar de rekening van de schutterij had overgeboekt, besloot het toenmalige bestuur om dit geld voor een groot gedeelte te investeren in de realisatie van een eigen verenigingsgebouw, een lang gekoesterde wens. Omdat het OLS zich grotendeels afspeelde op de terreinen rond de historische Hoeve Cortenbach waren de contacten met de eigenaar van de terreinen, de familie Crijns, bijzonder hecht.
Besluiten waar het lokaal moest komen was daarom niet moeilijk, zeker niet nadat de heer Crijns aanbood om een gedeelte van de gebouwen beschikbaar te stellen aan de schutterij, evenals een terrein waar de schietbomen geplaatst konden worden en waar zowel de exercitieploeg als het muziekkorps hun oefeningen konden houden. Het gebouw zou met behulp van alle leden in eigen beheer gerealiseerd worden. Onder supervisie van twee leden, Hub Boumans en Piet Lindeman, verrees een lokaal waar tot op vandaag de schutterij zich nog steeds echt thuis voelt.
Dit laatste ook omdat de huidige eigenaren, Jack en Truus Petit-Crijns, dezelfde gastvrijheid aan de schutterij verlenen als hun (schoon)ouders. Voor hun enorme belangeloze inzet bij de realisatie van het gebouw kreeg het schutterslokaal de naam “De Lindeboum”, een samentrekking van de namen Boumans en Lindeman. De grote betrokkenheid van de familie Petit kreeg in het jaar 2000 een officiële status toen Jack werd benoemd tot beschermheer van de vereniging. Een functie die hij tot op de dag van vandaag bekleedt. Inmiddels is een nieuwe generatie in de maatschap Petit toegetreden in de persoon van Julian Petit. Gelukkig draagt ook hij de schutterij een heel warm hart toe. Dit kan ook bijna niet anders, hij is met de schutterij letterlijk opgegroeid. Wij zijn er heel erg blij mee.

De band met de gemeenschap
Het is natuurlijk ook door de lange geschiedenis die de schutterij heeft dat zij een niet weg te denken plaats heeft in de gemeenschap. Maar het is ook de grote betrokkenheid, die St. Sebastianus heeft bij die gemeenschap. Het begeleiden van de jaarlijkse processie, de reveille op koningsdag en het opluisteren van alle kerkelijke en burgerlijke feesten zijn daar voorbeelden van. Op de schutterij wordt nooit vergeefs een beroep gedaan.
Er is echter één heel bijzonder iets waar de betrokkenheid bij de Voerendaalse gemeenschap uit blijkt, de adoptie van het oorlogsmonument en het organiseren van de jaarlijkse dodenherdenking op 4 mei. De laatste jaren gebeurt dit in samenwerking met de gemeente Voerendaal. Al snel na de totstandkoming van het monument voor Voerendaalse oorlogsslachtoffers in 1948 besloot het bestuur van de schutterij dit monument te adopteren en op die plek jaarlijks alle slachtoffers van oorlogsgeweld te gedenken en te eren. De herdenking is telkens een indrukwekkende plechtigheid, die door een groot aantal inwoners wordt bijgewoond. Zo zorgt de schutterij er niet allen voor dat de oorlogsslachtoffers niet vergeten worden maar ook dat nieuwe generaties zich blijven realiseren dat de vrede en vrijheid waarin zij mogen leven geen vanzelfsprekendheid is en dat daar heel veel levens voor zijn gegeven.
Soorten schutterijen
Als men een schuttersoptocht bezoekt, zeker bijeen OLS, dan ziet men verschillende soorten schutterijen. Vroeger werden zij ingedeeld afhankelijk van het soort uniform dat gedragen werd. Zo kende men: militaire uniformen, fantasie-uniformen en historische klederdracht. Thans is de indeling afhankelijk van het soort exercitie dat de vereniging uitvoert. Men kent vijf verschillende soorten exercitie: Oude exercitie, nieuwe exercitie gewapend, nieuwe exercitie ongewapend, gilde-exercitie en Belgische exercitie. Het soort kleding is dus niet van belang.
De Koninklijke Schutterij St. Sebastianus Voerendaal beoefent de Oude Exercitie. Deze exercitie dateert uit 1914 en wordt in het leger niet meer gebruikt. Bij de schutterijen komt deze vorm van exercitie voornamelijk voor in Zuid-Limburg. Jarenlang had Voerendaal een toonaangevende exercitieploeg, die meermaals op het OLS tot winnaar werd uitgeroepen.

Het schutterswezen, een eeuwenoude traditie
In 2019 vierde de Koninklijke Schutterij St. Sebastianus Voerendaal haar 475-jarig bestaan waarmee weer eens werd aangetoond welk een lange traditie het schutterswezen kent. Tijdens dit feest werd er meermaals bij stilgestaan hoeveel generaties ons zijn voorgegaan en die de schutterstraditie en de daarbij behorende waarden en normen steeds hebben doorgegeven van generatie op generatie. Het deed ons opnieuw beseffen dat wij nu onderdeel mogen uitmaken van deze lange traditie en het aan onze voorgangers verplicht zijn om deze mooie traditie door te geven aan weer een volgende generatie.
Ook al is 475 jaar een respectabele leeftijd, toch gaat de geschiedenis van het schutterswezen nog verder terug. De oudste schutterijen in deze contreien waar documenten van zijn teruggevonden zijn Maastricht (1374 en Tongeren (1375). Het waren met name de steden, die door handel rijk waren geworden, die er behoefte aan hadden om zich te beschermen. Zij deden dit door het oprichten van schuttersgilden. Het woord “schutterij” is een afgeleide van het woord “beschutten”, dat beschermen betekent.
Pas in het begin van de 16-e eeuw worden ook in de dorpen schutterijen opgericht. Deze schutterijen kenden een aantal activiteiten. Het koningsvogelschieten was daar een van. Omdat de schutterijen nadrukkelijk een godsdienstig karakter hadden kozen zij een patroonheilige. Heel vaak was dat St. Sebastianus omdat deze met pijl en boog geëxecuteerd zou worden maar deze executie overleefde, ondanks dat hij met pijlen doorboord werd. Het beeldje van hem in de St. Laurentiuskerk dat eigendom is van de schutterij, geeft dit heel mooi weer.
De schutters in de dorpen waren niet in staat om, net als hun voorgangers in de steden, beschermen tegen indringers en vijandige soldaten. Wel verleenden zij assistentie bij de bestrijding van de misdaad. Met name was dit het geval in de tijd van de Bokkenrijders. Feitelijk waren de schutters van toen, de BOA’s van nu.
De schutterijen in Zuid-Limburg kenden van oudsher een militaire rangindeling, waarbij de kapitein de hoogste in rang was en ook de rol van commandant uitoefende. Pas later kwam er de rang van generaal bij.
Na 1850 vonden in het schutterswezen ingrijpende wijzingen plaats, die het schutterswezen een ongekende opbloei gaven. Het belangrijkste was misschien wel de introductie van het schuttersfeest. Voor zover bekend vond het eerste schuttersfeest in 1856 in Sittard plaats. Al snel volgden er meer en werden naast schietwedstrijden ook al andere wedstrijden gehouden, zoals bij voorbeeld “beste houding optocht” en “mooiste generaal”. Speciaal voor de schietwedstrijden werd een wedstrijdwapen geïntroduceerd, de zware buks. Omdat deze buks van z.g. voorlader werd omgebouwd tot achterlader hoefde die niet meer staande geladen te worden. Dit kon nu ook geknield en liggend gebeuren. Wij zien dit nu nog terug bij de Oude Exercitie zoals die voornamelijk bij de Zuid-Limburgse schutterijen uitgeoefend wordt.
Tot aan het einde van de negentiende eeuw gingen de schutters gekleed in het zondagse pak en met pet en sjerp. Omdat zij zich steeds meer met militaire rangonderscheidingstekens gingen tooien kwam ook langzaam het gebruik van een militair uniform in gebruik. Vaak was dat een oud uniform van een grootvader, die nog onder de Fransen had moeten dienen. Nadat eerst de officieren van een uniform waren voorzien waren er na 1900 de eerste schutterijen, die in zijn geheel van uniformen werden voorzien. Vooral in Zuid-Limburg waren dit militaire uniformen en dit is tot op heden zo gebleven. De uniformering zorgde voor herkenbaarheid en ook voor een groter groepsgevoel.
(Bij het schrijven van dit artikel is gebruik gemaakt van het boek “Historie en tradities van het Limburgse schutterswezen” van Luc Wolters)

Sportieve hoogtepunten
Door alle jaren heen is de Kon. Schutterij St. Sebastianus bijzonder succesvol geweest tijdens alle schuttersfeesten. De ontelbare bekers en zilveren schildjes in het schutterslokaal “De Lindeboum” zijn hier de bewijzen van. Voeg hierbij de medailles, die gewonnen zijn door individuele schutters en die prijken op menig uniform, dan is het duidelijk dat St. Sebastianus Voerendaal altijd een toonaangevende schutterij is geweest. De successen zijn legio en beslist te veel om op te noemen.
De twee grootste successen uit de historie mogen echter niet onvermeld blijven, het winnen van het Oud Limburgs Schuttersfeest, het OLS. Eén keer per jaar komen alle schutterijen uit zowel Nederlands Limburg als uit Belgisch Limburg sinds 1902 bij elkaar om door een deskundige jury te laten bepalen wie op allerhande onderdelen zich de beste mag noemen. Maar eerst mogen alle deelnemende schutterijen zich presenteren tijdens een optocht aan tienduizenden bezoekers die zich langs de optochtroute hebben opgesteld. Het is voor menig schutter het hoogtepunt van het jaar. Echter, waar het echt om gaat is, wie na een afmattende en spannende strijd, meestal over twee dagen verspreid, de schietwedstrijd weet te winnen. Ploegen van 6 schutters strijden om de hoogste eer en om het recht om volgend jaar het OLS te mogen organiseren. De Koninklijke Schutterij St. Sebastianus wist in zowel 1978 als in 1994 de overwinning voor zich op te eisen. Waarlijk een prestatie van formaat.
Het was beide keren ook de start van een jaar waarin van alle leden ontzettend veel gevraagd werd. Het succesvol organiseren van het grootste volksfeest van Limburg dat het OLS is, is geen sinecure. Dat dit beide keren toch voortreffelijk gelukt is, is een prestatie, niet alleen van de organiserende schutterij maar van de hele Voerendaalse gemeenschap.
Bijzondere evenementen
Voor een succesvolle organisatie van bijzonder grote evenementen is deskundigheid op velerlei gebied noodzakelijk. Te denken valt aan zaken als financiën, logistiek, personeel en de laatste jaren vooral ook veiligheid. Maar vooral is van belang een grote bereidheid van alle leden om er samen een jaar lang de schouders onder te zetten en, zeker zo belangrijk, een groot draagvlak onder de bevolking. Voor een vlekkeloze organisatie van b.v. een OLS zijn tegenwoordig meer dan 1.300 vrijwilligers nodig. Zonder de hulp van de plaatselijke verenigingen en vele inwoners is het onmogelijk voor een schutterij om de organisatie op zich te nemen. Het is niet voor niets dat de OLS-federatie aan de laatste 10 tijdens het kavelen overgebleven schutterijen de vraag stelt of zij het volgende OLS willen organiseren. Ook wordt op dat moment verwacht dat de betreffende gemeenten hun “ja-woord” geven. Alleen dan mag hun schutterij verder gaan met de strijd voor de overwinning.
Evenementen met een dergelijk grote impact, die de Koninklijke schutterij St. Sebastianus in het verleden naast de beide OLS-en heeft georganiseerd zijn o.m. het ZLF in 1955 en in 2017 en de organisatie van zowel het 450-jarig als het 475 jarig bestaan in respectievelijk 1994 en 2019. Het ZLF wordt ook wel het kleine OLS genoemd. Hieraan nemen alle schutterijen uit Zuid-Limburg deel. In tegenstelling tot het OLS wordt de organisatie van dit grote schuttersfeest niet toegewezen aan de winnaar van de schietwedstrijd maar bij toerbeurt. Gemiddeld komt elke schutterij zo één keer in ongeveer 60 jaren aan de beurt om het ZLF te organiseren.
Het feit, dat St. Sebastianus Voerendaal deze evenementen succesvol heeft kunnen organiseren bewijst niet alleen dat zij een uiterst vitale vereniging is maar ook dat zij een enorm groot draagvlak heeft onder de bevolking. Wij kunnen stellen dat de inwoners van Voerendaal bijzonder trots zijn op hun schutterij.
Een ander voorbeeld van een grote betrokkenheid van de Voerendaalse betrokkenheid bij de schutterij is het bestaan van een groot Eregilde. De leden hiervan willen de schutterij tot steun zijn in alle opzichten. Op hen kan ook een beroep gedaan worden als de schutterij voor uitgaven staat, die niet uit de jaarlijkse exploitatie opgebracht kunnen worden. Te denken valt dan aan uitgaven voor nieuwe uniformen en een noodzakelijke vernieuwing van het instrumentarium van het muziekkorps. De leden van het gilde schieten ook, net als de leden van de schutterij zelf, ieder jaar op de houten vogel om uit te maken wie zich een jaar lang koning van het eregilde mag noemen. Iedereen, die de Koninklijke schutterij een warm hart toedraagt, kan lid worden van het eregilde. Voor inlichtingen en voor aanmeldingen kan men contact opnemen met Kees Bardoul. Zijn telefoonnummers zijn: 045-575 24 42 en 06-51 83 29 84. Zijn e-mail adres is: keesbardoul@gmail.com.
Een schutterij anno nu
Het schutterswezen heeft in zijn lange geschiedenis veel ontwikkelingen doorgemaakt. De minimale eis, die vroeger gesteld werd aan een schutterij was behalve een minimaal aantal manschappen: een vaandel, koningszilver en een slaande trom. In de reglementen van de OLS-federatie geldt dit tot op heden nog steeds. Wie echter naar een schuttersoptocht kijkt ziet dat de slaande trom bij vrijwel alle schutterijen is vervangen door een heus muziekkorps. Toch is de essentie hetzelfde gebleven. Met de slaande trom konden bevelen gegeven worden aan de manschappen, b.v. het commando om aan te vallen. Nu, in de huidige situatie, geeft de tamboer-majoor ook aan wanneer men vertrekt en geeft ook de richting aan. De manschappen volgen in het tempo dat het muziekkorps aangeeft. In feite is het muziekkorps in wezen niets anders dan de enkele tamboer van vroeger en is dus, ook historisch gezien, een belangrijk onderdeel van een schutterij.
Opmerkelijk is dat het onderdeel dat tijdens optochten de meeste aandacht trekt, het koningspaar, historisch gezien in feite onbelangrijk is. Het is het koningszilver dat belangrijk is, niet de koning. Volgens de reglementen zou dus iedereen het zilver mogen dragen, al gebeurt dit eigenlijk nooit.
Het vaandel is in feite het belangrijkste attribuut bij een schutterij. Om het vaandel verzamelden zich de manschappen tijdens veldslagen. Het was dus een herkenningspunt voor de troepen. Bijvoorbeeld tijdens Prinsjesdag op de derde dinsdag in september kan men zien dat zelfs de koning een buiging maakt voor het vaandel en bij de overdracht van het commando bij een legeronderdeel gebeurt dit door overhandiging van het vaandel door de oude commandant aan de nieuwe. Bij het installeren van nieuwe officieren bij de schutterij legt de nieuwe benoemde officier de eed af terwijl hij met één hand het vaandel vasthoudt. De vaandeldrager bij de schutterij moet weten dat hij het vaandel alleen maar mag laten buigen voor God en voor de koning. De koning en de paus, als vertegenwoordiger van God mogen ook over het vaandel lopen. Heel opmerkelijk is dat bij een bezoek van een afvaardiging van Limburgse schutterijen aan het Vaticaan de huidige paus, bescheiden als hij is, dit niet wilde doen uit respect voor alle schutters, waar ook ter wereld.
Eeuwenlang waren alleen mannen lid van een schutterij. Tegenwoordig zijn er steeds meer vrouwen lid. Het is echter een langzaam en moeizaam proces geweest. Nog steeds zijn er schutterijen waar vrouwen niet dezelfde rechten hebben als mannen. Als compromis werden marketentsters toegelaten maar zij mochten en mogen nog steeds niet achter het vaandel lopen. Hun plek is achter het muziekkorps maar vóór het vaandel. Historisch gezien trokken de marketentsters mee met de legertroepen. Het waren meestal vrouwen van de onderofficieren. Zij zorgden voor het eten voor de manschappen en zij verzorgden hun kleding. Dit wordt thans gesymboliseerd door de inhoud van het mandje dat de marketentsters meedragen: brood, kaas, worst en door het tonnetje met sterke drank.
Gedwongen door een teruglopend ledental zijn veel schutterijen overgegaan tot het toelaten van vrouwen tot de rangen van de manschappen en kennen zijn geen onderscheid meer tussen de geslachten. Zo zijn er inmiddels vrouwelijke koningen en schieten zij ook mee in de zestallen. Zij doen dit met succes want het winnende zestal van de schutterij van Meijel tijdens het OLS bestond uit maar liefst vier vrouwen. Ook het zestal van Voerendaal bestaat inmiddels uit een aantal dames.
Ook voor het vaandel en nog voor het muziekkorps marcheren de stoere “bielemannen”. Hun oorspronkelijke taak bestond uit het opruimen van eventuele versperringen, die doorgang voor de schutterij bemoeilijkten. Hollandse protestanten probeerden in het verleden processies de doorgang te beletten. Op dat moment kwamen de bielemannen in actie. De bijlen die ze over hun schouder dragen zijn hun “wapen”. Opvallend zijn ook hun kunstbaarden. Deze zijn bedoeld als een vermomming, die hen onherkenbaar moet maken. Het is te vergelijken met de bivakmutsen die gedragen worden in het leger door commando’s bij een gevaarlijke operatie en bij de politie door leden van arrestatieteams.